Basis motorische vaardigheden op de Airtrack
Basis motorische vaardigheden op de Airtrack
De motorische vaardigheden en bewegingsarmoede bij kinderen is op dit moment erg actueel. Niet alleen bewegen kinderen minder, ook de eenzijdigheid neemt toe. Het thema ‘breed motorisch opleiden’ wordt populairder bij sportverenigingen en scholen.
Bij het sporten op een AirTrack wordt vaak gedacht aan het maken van salto’s, maar een AirTrack biedt zoveel meer. Vormen van gaan, springen, kruipen en rollen worden leuker, veiliger en makkelijker op de AirTrack!
"De AirTrack stimuleert bewegen en de motoriek op een leuke manier. Tijdens ons 6 weken durend onderzoek hebben wij een motorische winst van 14 weken gemeten op evenwicht en kracht benen! Ieder kind heeft recht op een AirTrack in de gymzaal!"
- Richard Weijermans, Projectleider Sporttuin Moerwijk Den Haag
Verende ondergrond
Een baan gevuld met lucht daagt uit tot bewegen. De instabiele, maar toch stevige ondergrond zorgt voor eigenschappen die uitstekend zijn voor het aanleren van conditie, kracht en evenwicht. Stevig genoeg om op te steunen met je handen. De instabiliteit zorgt voor een onbewuste training van honderden spieren in je lichaam en verstevigt banden en kapsels van meerdere gewrichten.
Warming-up
Tijdens de warming-up moet er veel bewogen worden. Zorg voor een goede doorstroom van leerlingen en maak afspraken over looprichting en tussenruimte. - Leg eens het accent op de uitvoering van oefeningen - . De AirTrack is een catwalk waar de leerlingen één voor één voorbijkomen over een overzichtelijke afstand. Dit zorgt ervoor dat je gerichter aanwijzingen kunt geven.
Voorbeelden van opdrachten
Knie-heffen (armen in hoek van 90 graden, knie boven heupen)
Hinkelen (wordt het einde van de AirTrack gehaald?)
Zijwaartse pas (worden de armen op gezwaaid? Komen de voeten tegen elkaar?)
Springen (zijn de benen bij elkaar?)
Kaats, kaats, ½ draai (wordt de draai goed afgemaakt? Is deze in balans?)
Kruipen, Steunen en Rollen
Naast de vormen van gaan, springen en balanceren is het ook goed om kruipen, steunen en rollen op de agenda te zetten. Voor veel kinderen zijn dit niet alledaagse bewegingen en is aanbod, methodische opbouw en herhaling van deze oefeningen absoluut een must.
Voorbeelden van opdrachten
Gaan als een kat (of tijger etc.)
Kreeftje
Hazensprongen
Kikkersprongen
Verplaatsen in ligsteun
Kruiwagen in 2-tallen
Rol voorover
Rol achterover
Tips
Afstand houden
Steunen en de belasting op polsen opbouwen, afwisseling met warming-up oefeningen.
Thematisch werken en oefeningen terug laten komen in de leskern. Bijvoorbeeld hazensprongen = ophurken en wendsprongen
Coördinatie oefeningen
Met coördinatie oefeningen kun je alle kanten op. Zo kun je warming-up oefeningen uitbouwen en moeilijker maken, maar ook kun je compleet nieuwe opdrachten verzinnen waarbij zowel handen als voeten een afwisselende taak krijgen. Coördinatie oefeningen zijn in de meeste gevallen een lastige taak voor kinderen en soms frustrerend; bouw de opdrachten daarom methodisch op.
Onder het motto ‘is het lastig dan is het zinvol’! Kinderen die deze oefeningen sneller oppakken zijn over het algemeen ook vaardiger in bewegen.
Voorbeelden van opdrachten
Hoofd schouders knie en teen (kaats, tik je hoofd aan, kaats, tik je schouders aan etc.)
Ouderwets hinkelen (spreid-sluit sprongen met landing op 1 been, afwisselen L en R)
Springen met armen hoog, midden en laag
Knie-heffen/hakken-billen met 1 been actief
Achteruit huppelen
Loopscholing
De AirTrack is een uitstekende ondergrond voor loopscholing. Vooral door de verende eigenschappen en een grotere ‘range of motion’ bereik je niet alleen makkelijker het eindresultaat; het wordt ook nog eens veel leuker!
Twee oefeningen vormen de basis van een goede looptechniek; hakken/billen en knie-heffen. Deze opdrachten bouwen we uit vanuit coördinatie oefeningen naar echte loop oefeningen die eindigen in een sprint.
Voorbeelden van opdrachten
Knie-heffen: van laag naar hoog (accentueer de hoogte van de knieën)
Knie-heffen: van langzaam naar snel (accentueer het tempo)
Knie-heffen: met 1 been (of 4x links, 4x rechts etc.)
Idem met hakken-billen
Je kunt veel variatie aanbrengen door in de eerste 5 meter een opdracht te geven, en deze te laten eindigen in een korte sprint. Bovenstaande opdrachten kunnen hiervoor gebruikt worden maar bijvoorbeeld ook: koprol, 5x jumping jacks, knie heffen met 360 draai.
Tot slot
Zonder één salto te maken kun je uren lesgeven op een AirTrack. Het zijn oefeningen waardoor leerlingen een afwisselend programma krijgen tijdens de les lichamelijke opvoeding en vaardiger gaan bewegen. Zorg dat je de leiding neemt over de lesinhoud en bereidt oefeningen voor! Zet de AirTrack in als een leerzame fun-activiteit; daag leerlingen uit en zet ze fysiek aan het werk!