Ringenzwaaien in het bewegingsonderwijs; Leuk, veilig en leerzaam!
Ringenzwaaien in het bewegingsonderwijs; Leuk, veilig en leerzaam!
Een prachtige activiteit in de gymzaal: zwaaien en hangen; want laten we nou eerlijk zijn.. hoe vaak hangen we eigenlijk. Mits goed aangeboden, enorm leuk en leerzaam voor de leerlingen en goed voor de ontwikkeling van spieren in de schouders.
In dit artikel wil ik de activiteit ringenzwaaien in het licht zetten. Het is een geweldige vorm van bewegen en voor de meeste kinderen die goed bewegingsonderwijs krijgen ook prima uit te voeren onder de juiste omstandigheden.
Ik zal proberen om op een simpele en leesbare manier tips te geven over ringenzwaaien en belangrijke aspecten als het gaat om:
Plezier, motivatie, zelfvertrouwen, veiligheid, techniek, methodiek en zelfstandig werken. Veel plezier met lezen! - Peter
Plezier, motivatie en zelfvertrouwen
Ok, ringenzwaaien is nog niet voor elk kind een feest. Maar ik ben van mening dat daar wel wat aan gesleuteld kan worden. Motivatie en zelfvertrouwen is namelijk aan te leren. Allereerst is het belangrijk dat leerlingen zo veel mogelijk op hun eigen niveau werken. Wat mij in het verleden vaak opviel is dat er globaal 1 lesdoel werd uitgelegd en daarna ook een voorbeeld werd gegeven van een excellente leerling die skyhigh met de voeten tegen het dak vloog. Laten we proberen om in elk geval 3 niveaus aan te bieden. Leerlingen die zelf mogen kiezen welk niveau ze doen, ervaren meer autonomie. Er zijn vaak ook 3 ringenstellen, dus dit is gelijk een praktische tip om daaraan gekoppeld ook 3 doelen uit te leggen. Om kracht bij je uitleg te zetten: laat dan ook eens een leerling een voorbeeld geven die binnen niveau 1, alleen al het 2 stappen ritme heeft ontdekt. Geweldig gedaan!
Het zelfvertrouwen zal groeien wanneer je op een positieve manier coacht op een gemaakte stap van bijvoorbeeld 2 naar 3, maar ook van 7 naar 8. Iedereen op zijn eigen niveau = competentie
Veiligheid
Een goede balans tussen veiligheid en risico’s zorgt voor zelfvertrouwen en plezier. Je wil ruimte geven aan nieuwe en spannende bewegingen, maar wel onder voorwaarden dat iedereen heelhuids de zaal verlaat.
Vasthouden met je duimen om de ringen
5x heen en weer zwaaien is echt al heel vermoeiend, stoppen!
Naar achter rustig slepen en pas loslaten wanneer je stilstaat, vanaf groep 7 evt. aan de achterkant een kleine afsprong maken
Leerlingen wachten tegen de muur of op de bank, wisselen in lengterichting
Vak afbakenen met een aantal banken
Techniek
De meeste docenten kennen het stap stap ritme tijdens de afzet. Maar waar kun je eigenlijk nog meer op letten bij ringenzwaaien?
Allereerst het ritme zelf; Er is namelijk een groot verschil tussen
het stap stap ritme ‘raken’
het stap stap ritme ‘stampen’
het stap stap ritme ‘afzetten’
In het begin zullen kinderen rennend vaart willen maken. Het lichaam blijft tijdens de hele beweging in dezelfde (statische) positie en het is lastig om vaart te maken. Dan wordt er over het algemeen veel aandacht besteed aan het stap stap ritme. De zwaai komt al een beetje op gang maar je zult nog zien dat leerlingen heel braaf die 2 stappen gaan zetten maar zonder vergroting van de zwaai. Als je echt wil afzetten met power dan heb je in de ringenzwaai een actie nodig die heet hol/bol (kurbet beweging). In Jip en Janneke taal betekent dat: voeten omhoog! Op het moment dat de voeten omhoog worden geschopt, zwaaien die (meestal) ook weer hol naar beneden waardoor je de timing van de stap stap vanzelf krijgt en je goed kunt afzetten voor een zwaai vergroting! (mits het ophangpunt van de ringen hangt op 5,5 meter hoogte) Zwaai ook je voeten omhoog in de achterzwaai voor hetzelfde effect van achter naar voren.
Combineer dit alles met spannen. Wat betekent dat je spieren hard maakt, wat je misschien beter kent als core stability. Meer over spannen en core stability in een ander artikel!
Core stability zorgt er in elk geval voor dat je beweging meer impact maakt en dat je zwaai harder en hoger wordt. Daarmee kun je weer nieuwe elementen toevoegen zoals een halve draai, vouwhang of salto af.
Een mooie halve draai maak je op het hoogste punt van de zwaai in de voorzwaai. Op het moment dat je voeten naar het plafond wijzen, kun je je lichaam draaien (cat twist) en kijk je naar de andere kant om vervolgens weer actief een stap stap ritme op te pakken. Aan de andere kant kan je het beste gelijk weer terug draaien.
Methodiek
In de methodiek gaan we van makkelijk naar moeilijk. Van zacht naar hard, van enkelvoudig naar samengesteld, van hulp naar zelfstandig, van slordig naar netjes en van laag naar hoog. Je begint met bepalen van basisvoorwaarden. Heel simpel gezegd: je kunt pas beginnen met 3x ringenzwaaien wanneer je 10 seconden kan hangen. Dit betekent dus ook dat in het speciaal onderwijs, met fysieke beperkingen, een andere methodiek van toepassing is dan in het regulier onderwijs. Misschien is een einddoel al heel knap wanneer een leerling 3x heen en weer kan.
Vanuit je basisvoorwaarden ontstaat stap 1 die onbeperkt kan oplopen maar voor het gemak zal ik uitgaan van stap 1 tot en met 10. Leerlingen in niveau 0, kunnen aan de slag met de (methodiek voor) de basisvoorwaarden. Hetzelfde geldt voor speciaal onderwijs.
Wat kun je aanbieden in niveau 1:
1) basis zwaai met (aanleren stap stap ritme)
2) basis zwaai met voeten netjes bij elkaar (van slordig naar netjes)
3) basis zwaai met voeten hoog (aanleren kurbet beweging)
Wat kun je aanbieden in niveau 2:
4) Zwaai met halve draai
5) Zwaai met halve draai en daarna stap stap ritme oppakken
6) 3x halve draai in en uit met stap stap ritme en kurbet beweging
Wat kun je aanbieden in niveau 3:
7) Vouwhang vanuit mini zwaai
8) Vouwhang in voorzwaai grote zwaai (voor in en voor uit)
9) Vouwhang in en uit met daarna stap stap ritme en kutbet beweging
10) Vouwhang in, zwaai achter, vouwhang + gelijk halve draai uit
Uitbouwmogelijkheden
hurksalto af in 3e voorzwaai met 2 hulpverleners
hurksalto af in 3e voorzwaai zelfstandig
Elke methodiek van elke turnbeweging kun je weer splitsen in tussenstappen. Wat ik daarmee bedoel is dat je alleen al voor niveau 1 (met 3 methodische stappen) weer kan verdelen in 10 methodische stappen om die doelen te behalen. Ik denk alleen dat het verstandig is om die kennis voor jezelf te houden en niet per se te verwerken in je uitleg.
Je kunt in je uitleg bijvoorbeeld aandacht besteden aan stap 1, 4 en 7. Zo voelen meerdere leerlingen zich aangesproken op ‘hun’ niveau. Tijdens de les, en in de lessen erna, leer je de leerlingen aan wat vervolgstappen zijn. Zo kunnen ze zelfstandig oefenen.
Zelfstandig werken
In hoeverre je wil dat leerlingen zelfstandig werken is je eigen visie. Mijn visie is in elk geval dat zelfstandig werken zoveel mogelijk mag terug komen in de les, mits de veiligheid in orde is. Ik heb de ervaring dat zelfstandig werken leidt tot motivatie en zelfvertrouwen en andersom: motivatie en zelfvertrouwen leiden tot zelfstandig werken.
Het aanleren van zelfstandigheid
Net als een handstand is ook zelfstandigheid te verdelen in 3 niveaus. En in 10 methodische stappen. Zo kun je niet van een leerling in groep 3 verwachten dat hij even de ringen afstelt naar zijn lengte. Wel verwacht ik van een leerling in groep 3 dat hij zelf kan bepalen hoeveel beurten hij bezig is. Je voorkomt daarmee dat je als een soort poortwachter staat te dirigeren: nu ben jij aan de beurt.
Inzicht geven in de methodische stappen (doelen stellen) zorgt ervoor dat leerlingen zelf naar de volgende stap kunnen gaan. Als je dit met een open vraag met ze checkt: "Welke stap ben je nu aan het oefenen?” hou je wel het overzicht en controle en zorg je ervoor dat ze wel binnen de gemaakte afspraken bezig zijn.
Als je in een voorbeeld moment (tijdens de wissel van vakken) positieve aandacht geeft aan een genomen methodische stap en binnen de gemaakte afspraken, dan gaan meer leerlingen zich aan die afspraken houden en maakt het dus niet uit ‘hoe hoog je zwaait’. Het resultaat is een fijne, gezellige sfeer met daarin ook de mogelijkheid om te groeien en je te ontwikkelen op allerlei vlakken.